In de voetsporen van de H Apostel Paulus
Om een beeld te krijgen van Paulus’ reizen moet je naar Griekenland, een land dat bol staat van cultuur en geschiedenis. Tegelijkertijd liggen de Paulus plekken en de musea, kerken en mozaïeken niet het voor het oprapen en is veel reizen een noodzaak. Dat deed de apostel Paulus ook! We gaan ons echt verplaatsen in de voetsporen van Paulus, door te reizen, de plaatsen bezoeken waar hij het evangelie heeft verkondigd, er de H Mis te vieren. De brieven van apostel Paulus komen tot leven, plaatsen krijgen een gezicht. Tijdens mijn Paulus pelgrimage in 2016 zei een pelgrim: ‘Pelgrimeren in de voetsporen van Paulus is je bewust worden van jouw opdracht in de schepping. In broederschap met je medepelgrims deel uitmaken van het lichaam van Christus.’
Het conceptprogramma van een 9 daagse reis naar Griekenland kunt u hieronder vinden. De exact reisdagen en de invulling hiervan is afhankelijk van de tijdstippen van de vluchten. Uiteraard is de reis geheel verzorgd. Er wordt iedere dag naast het verblijf een ontbijt, lunch en diner verzorgd. Daarnaast is er gedurende de hele reis een gids aanwezig en is al het vervoer vanaf Schiphol geregeld. Wij maken samen met u graag een reis op maat.
Extra achtergrond informatie over de Apostel Paulus
Informatie over de Apostel Paulus (bron prof Dr H.W.M Rikhof)
Paulus: leven en werken
1. Een schets van Paulus’ leven
De vroegste jaren
Paulus wordt geboren rond 8 in Tarsus (huidige Turkije) en is gestorven in Rome tussen 64 en 68. Paulus zelf verwijst nooit naar Tarsus als de plaats van zijn herkomst. Wel dat hij een Jood is uit de stam Benjamin (Fil. 3, 4-5; vgl. 2 Kor 11,21-22). Volgens de kerkvader Hieronymus is Paulus in Gishala in Judea geboren en op jonge leeftijd met zijn ouders als gevangenen naar Tarsus gebracht toen de Romeinen in 4 v. Chr. in Judea en Galilea overal opstanden neersloegen en de bevolking deporteerden. Hoe dan ook, in Tarsus is Paulus opgegroeid en wel in twee werelden: enerzijds in de Joodse diaspora, anderzijds in de Griekse-hellenistische cultuur waar de Romeinen de macht hadden. In Tarsus heeft hij een goede opleiding gekregen, zowel in zijn eigen Joodse milieu als in het Griekse milieu. Tarsus stond bekend om het hoge niveau van scholing.
Wanneer Paulus een jaar of twintig is, vertrekt hij naar Jerusalem. Het is niet vreemd te vooronderstellen dat zijn vertrek naar Jerusalem te maken heeft met het zoeken naar en het onderzoeken van zijn Joodse wortels. In Jerusalem sluit hij zich aan bij de Farizeeën (Fil 3,5-6; vgl Gal 1,14). Hij bestudeert de Schrift, de Tora, en heeft Gamaliel als leraar (Hand 22,3). Hij is echter niet eens met de tolerante houding van Gamaliel ten opzicht van de nieuwe beweging die Jezus als de Messias predikt (Hand 5,34-40).
Het is weer niet vreemd te veronderstellen dat Paulus, juist omdat hij naar Jerusalem was gekomen om zijn Joodse wortels te (onder)zoeken, daarbij radicaal te werk ging. In de brief aan de Galaten schrijft hij dat hij zich inzette voor ‘de Joodse levenswijze’ en andersdenkenden niet kon tolereren: dat hij hen ‘fanatiek’ vervolgde en probeerde uit te roeien (Gal 1,13). De eerste keer dat Paulus in de Handelingen genoemd wordt is bij de steniging van Stefanus, Hij keurt die moord goed (Hand 7,58;8,1). Op eigen initiatief vertrekt hij naar Damascus om ‘de aanhangers van de Weg’, zoal de volgelingen van Jezus genoemd worden, gevangen te nemen en naar Jerusalem te brengen (Hand 9,1-3).
Een dramatische gebeurtenis
Voor de poort van Damascus gebeurt iets dat zijn leven radicaal verandert en beïnvloedt. Paulus komt er in zijn brieven een paar keer op terug: Gal 1,15-17; 1 Kor 9,1. 15,1-11. Ook in de Handelingen van de Apostelen komt dat gebeuren voor de poort van Damascus een paar keer ter sprake: Hand 9, 3-7; 22,6-11; 26,12-18. Paulus zelf geeft geen gedetailleerde beschrijving wat hem overkomen is. Wel dat het een ingrijpend gebeuren was.
Maar toen besloot God, die mij al in de moederschoot had uitgekozen en die mij door zijn genade heeft geroepen, zijn Zoon in mij te openbaren, opdat ik Hem aan de heidense volken zou verkondigen. (Gal 1,15-16)
Paulus gebruikt hier een formulering die doet denken aan de roeping van de profeet Jeremia
De HEER richtte zich tot mij: ‘Voordat Ik je vormde in de moederschoot, had Ik je al uitgekozen, voordat je de moederschoot verliet, had Ik je al aan mij gewijd, je een profeet voor alle volken gemaakt.’ (Jer 1,4-5)
In Handelingen vertelt Lucas meer:
Toen hij onderweg was en Damascus naderde, werd hij plotseling omstraald door een licht uit de hemel. Hij viel op de grond en hoorde een stem tegen hem zeggen: ‘Saul, Saul, waarom vervolg je Mij?’ Hij vroeg: ‘Wie bent U, Heer?’ Het antwoord was: ‘Ik ben Jezus, die jij vervolgt. Maar sta nu op en ga de stad in, daar zal je gezegd worden wat je moet doen.’ De mannen die met Saulus meereisden, stonden sprakeloos; ze hoorden de stem wel, maar zagen niemand. (Hand 9, 4-7)
Paulus is verblind en kan drie dagen niets zien. Hij wordt in Damascus opgevangen en ook ontvangen door Ananias die hem doopt. Paulus verblijft niet zo lang in Damascus en gaat ook niet terug naar Jerusalem, maar vertrekt naar Arabia, het woestijngebied ten oosten van Damascus, het gebied van de Nabateeërs, met Petra als hun hoofdstad. Daarna keert hij weer naar Damascus terug waar hij nu langer blijft, een jaar op drie. Waarschijnlijk heeft hij daar het vak van tentenmaker of leerbewerker geleerd (vgl. Hand 18, 3; vgl 1 Tess 2, 9). Hij gaat even naar Jerusalem, spreekt daar met Petrus en vertrekt dan weer voor een jaar of drie naar Cilicië. Hij wordt door Barnabas opgehaald en meegenomen naar Antiochië, waar Barnabas vanuit Jerusalem naar toe was gestuurd om te kijken wat daar aan de had was. De apostelen hoorden namelijk dat daar niet-Joden opgenomen werden in de geloofsgemeenschap. Barnabas vindt dat een goede ontwikkeling.
De reizen
Barnabas en Paulus worden vanuit Antiochie op reis gestuurd om elders het evangelie te verkondingen. Ze vertrekken naar Cyprus (waar Barnabas geboren was) en gaan vandaar naar een aantal steden in het binnenland van Klein-Azië. Deze eerste reis verloopt goed. Op allerlei plaatsen stichten ze gemeenten, waarin ze oudsten aanstellen. Wanneer ze terugkomen in Antiochië vertellen ze “hoe Hij voor alle volken de deur naar het geloof had geopend.” (Hand 14,27).
Wanneer in Antiochië weer mensen uit Judea komen die de besnijdenis verplicht stellen, ontbrandt daar een discussie die al eerder had gespeeld en wel in Jerusalem. Petrus gaat vanuit Joppe naar de centurio Cornelius die in Caesarea woont. Petrus doet daarmee iets wat verboden was: contact met niet-Joden en ook nog de bezetter. Tijdens een (lange) toespraak van Petrus komt de heilige Geest over iedereen die luisterde.
De Joodse gelovigen die met Petrus waren meegekomen, zagen vol verbazing dat ook niet-Joden het geschenk van de heilige Geest ontvingen, want ze hoorden hen in klanktaal spreken en God prijzen. Toen merkte Petrus op: “wie kan nu nog weigeren deze mensen met water te dopen, nu ze net als wij de heilige Geest hebben ontvangen.” (Hand 10,45-47)
Terug in Jerusalem wordt Petrus ter verantwoording geroepen en hij vertelt wat er gebeurd is: dat de heilige Geest neerdaalde op de mensen die naar hem luisterde neerdaalde.
“Ik herinnerde me dat de Heer tegen ons zei: “Johannes doopte met water, maar jullie zullen gedoopt worden met de heilige Geest.” Als God hun wegens hun geloof in de Heer Jezus Christus hetzelfde geschenk wilde geven als ons, hoe had ik Hem daar dan van kunnen weerhouden?” Toen ze dat gehoord hadden, waren ze gerustgesteld en loofden ze God met de woorden: “Dan geeft God het dus ook aan mensen uit andere volken om tot inkeer te komen en het nieuwe leven te ontvangen.”(Hand 11,16-18)
Maar blijkbaar was dat toch niet het laatste woord. In Antiochië ontbrandt die discussie dus weer en besloten wordt dat Paulus en Barnabas naar Jerusalem gaan om de kwestie te bespreken. Wanneer ze in Jerusalem zijn, ontstaat daar ook een felle discussie. Het overleg dat dan tussen apostelen en de oudsten plaats vindt – ook wel het eerste concilie genoemd, in onze kerk te zien op het laatste grote vlak links – resulteert in een overeenkomst.
Daarop besloten de apostelen en de oudsten in overleg met de hele gemeente enkele afgevaardigden met Paulus en Barnabas mee te zenden naar Antiochië. De keuze viel op twee leiders uit de gemeente: Judas, wiens bijnaam Barsabbas luidde, en Silas. Men gaf hun een brief mee met de volgende inhoud: ‘Van de apostelen en de oudsten. Aan onze broeders en zusters in Antiochië, Syrië en Cilicië afkomstig uit de heidense volken: gegroet! …. In overeenstemming met de heilige Geest hebben wij namelijk besloten u geen andere verplichtingen op te leggen dan wat strikt noodzakelijk is: onthoud u van vlees dat bij de afgodendienst is gebruikt, van bloed, van vlees waar nog bloed in zit, en van ontucht. Als u zich hieraan houdt, doet u wat juist is. Het ga u goed.’ (Hand 15, 22-23.28-29)
Dus geen verplichte besnijdenis.
Terug in Antiochië stelt Paulus Barnabas voor om de gemeenten die ze op hun eerdere reis gesticht hebben weer te gaan bezoeken. Maar ze krijgen onenigheid over wie met hen mee zal gaan. Paulus kiest Silas als metgezel en vertrekt zonder Barnabas naar Syrië en Cilicië. Onderweg ontmoet hij Timoteüs die zich bij hen aansluit. Wanneer ze in de kustplaats Troas zijn, krijgt Paulus een visioen, waarin een man uit Macedonië Paulus toeroept: “Steek over naar Macedonië en kom ons te hulp!”. Ze steken over en komen aan in Filippi. Daar doopt Paulus de eerste ‘Europeaan’, Lydia. Vandaar reizen ze naar Tessalonica. Vanwege problemen met de Joden worden Paulus en de zijnen naar Berea gestuurd. Toen ook daar dezelfde problemen ontstonden, vertrekt Paulus met enkele mensen uit Berea naar Athene. In Athene wacht hij op Silas en Timoteüs. Hij verkent de stad, komt op de Aeropaag en presenteert zich daar. Hij spreekt over de verrijzenis en dat roept bij de Atheners spot en scepsis op: “Daarover moet u ons een andere keer nog maar eens vertellen.” En Paulus vertrekt teleurgesteld uit Athena, gaat naar Korinte en trekt in bij Aquila en Pricilla, Joden die Rome moesten verlaten op bevel van keizer Claudius en die een atelier hadden als leerbewerkers. (Hand 18,2-3). Het is dan 50 na Chr. Silas en Timoteüs voegen zich bij hem en ze blijven daar zo’n anderhalf jaar. Samen met Aquila en Pricilla reist hij naar Efeze en vandaar naar Jerusalem en Antiochië. Daar blijft hij de winter en gaat dan weer op reis.
Op de derde reis die Paulus maakt, gaat hij terug naar Efeze en blijft daar langer, ongeveer twee jaar. Dan gaat hij weer naar Macedonië en Korinte. Misschien heeft hij vanwege de problemen in Korinte al eerder een bliksem bezoek gebracht aan die stad (zomer 54) , maar in elk geval eind 54 vertrekt Paulus naar Macedonië en Korinte. Omdat de overtocht naar Syrië via de zee niet mogelijk was, reist Paulus via het land weer naar Troas. Vandaar via Milete, Kos, naar Tyrus (Syrië) en via Caesarea naar Jerusalem.
In Jerusalem lokt Paulus’ aanwezigheid weer een oproer uit, hij wordt gevangengenomen, er vinden processen plaats. Paulus beroept zich als romeins staatsburger op de keizer en wordt uiteindelijk naar Rome gestuurd. Na een zeereis vol gevaren en schipbreuk komen Paulus en zijn gezelschap in Rome aan. In de Handelingen van de Apostelen wordt niets meer gezegd over de laatste jaren van Paulus. Misschien is hij vrijgelaten. Misschien heeft hij zijn plan om naar Spanje te gaan kunnen verwerkelijken. Misschien is hij weer naar het oosten gegaan en is hij naar Rome teruggekeerd toen hij hoorde over de vervolging onder Nero. In die moeilijke omstandigheden wilde hij leidinggeven. Weer gevangengenomen, werd hij met het zwaard ter dood gebracht in het jaar 67. In 2 Tim staat een tekst die als het ware een terugblik is op dit veelbewogen leven.
Mijn bloed wordt al als een offer uitgegoten, het moment waarop ik heenga nadert. Maar ik heb de goede strijd gestreden, de wedloop volbracht, het geloof behouden. Nu wacht mij de erekrans van de gerechtigheid, die de Heer, de rechtvaardige rechter, aan mij zal geven op de grote dag; en niet alleen aan mij, maar aan allen die naar zijn komst hebben uitgezien. …. Bij mijn eerste verdediging heeft niemand mij bijgestaan, ze hebben mij allemaal in de steek gelaten. Moge het hun niet worden aangerekend. Maar de Heer heeft me terzijde gestaan en me kracht gegeven, zodat ik de verkondiging tot een goed einde heb kunnen brengen en alle volken de boodschap hebben gehoord. Ik ben gered uit de muil van de leeuw. De Heer zal me van alle kwaad redden en me veilig naar zijn hemels koninkrijk brengen. Hem komt de eer toe tot in alle eeuwigheid. Amen. (2 Tim 4, 6-8.16-18)
2. De brieven
Niet alle brieven die in de Schrift op naam van Paulus staan, zijn ook door Paulus zelf geschreven of gedicteerd. De exegeten nemen aan dat de brief aan de Romeinen, de twee brieven aan de Korinters, de brief aan de Galaten, de brief aan de Philippenzen, de eerste brief aan de Tessalonicenzen en de brief aan Philemon authentieke brieven van Paulus zijn. Volgens sommigen is ook de tweede brief aan de Thessalonicenzen van Paulus en ook de brief aan de Kolossenzen. De andere brieven (Ephesiers, de twee brieven aan Timotheüs en de brief aan Titus) zijn dan niet van zijn hand. De exegeten komen tot die conclusie omdat er (grote) verschillen in taalgebruik en inhoud is met de authentieke brieven. Het was in die tijd niet vreemd om een tekst op naam van iemand anders te zetten. Het boek Spreuken staat op naam van koning Salomo maar het is eeuwen later geschreven. Dat betekent niet dat die brieven geen elementen bevatten die thuishoren in het gedachtengoed van Paulus. Maar wel valt op dat het scherpe dat in de authentieke brieven van Paulus te lezen is, minder is, soms zelfs ontbreekt.
Datering
3. Nogmaals de dramatische gebeurtenis
Over gebeuren voor Damascus is veel geschreven en wat Paulus overkomt, wordt ook heel verschillend beoordeeld. Voor Paulus is het in elk geval een beslissende ervaring waardoor zijn leven radicaal verandert. Als je in onze kerk kijkt naar waar Paulus voorkomt en hoe hij door Piet Gerrits geschilderd is, dan kun je die verandering opmerken. Het begint bij de dood van Stefanus waarvan Saulus getuige is en bij kwaad kijkende leerling met de rug naar zijn leermeester. Dan die lichtflits vóór Damascus en zijn doop. Het eindigt met de bijeenkomst in Jerusalem waar Barnabas en hij vertellen over hun ervaringen en waarna ze samen teruggaan naar Antiochië met de brief waarin die prachtige zin staat die Piet Gerrits ook daarboven geschilderd heeft ‘het is gebleken aan den heiligen Geest en aan ons’. De heilige Geest en wij hebben besloten. Paulus is van een fanatieke uitsluiter tot een tolerante insluiter geworden en veranderd door wat er vóór Damascus gebeurde.
De bekering van Paulus, die veranderde kijk op Jezus Christus en zijn volgelingen, is letterlijk en figuurlijk een flitservaring. Voor de meeste mensen loopt zo’n proces van verandering en bekering niet zo dramatisch en niet zo flitsend. De meesten herkennen wel iets van die Damascus-ervaring: dat je ineens iets ziet, dat het kwartje valt. Maar meestal is dat dan wel een onderdeel van een langer proces. Misschien heeft dat bij Paulus ook gespeeld. Dat hij ondanks alles, toch geïntrigeerd is geraakt door de mensen met wie het het niet eens was en die hij vervolgde. Dat hij, zoals de meeste weldenkende mensen, ondanks de zekerheid van zijn overtuiging, toch vragen stelde bij die overtuiging.
Die ervaring vóór de poorten van Damascus is voor Paulus een onderdeel geworden van zijn identiteit. Dat wil niet zeggen dat hij daardoor een heel ander mens is geworden. Hij heeft zijn karakter en talenten niet verloren, en hij is zijn opvoeding en opleiding ook niet vergeten. Maar hij zet zijn hele kennen en kunnen wel voor iets anders in. Je kunt Paulus, zijn optreden en zijn geschriften daarom niet goed begrijpen zonder die Damascus-ervaring. De urgentie, de ‘drive’ die je in zijn geschriften tegenkomt, heeft van alles met die ervaring bij hem te maken. Weer niet vreemd bij mensen die een bekering hebben meegemaakt.
Door zijn opleiding is Paulus getraind in het debatteren en argumenteren. In het verslag van zijn reizen in Handelingen toont hem als iemand die voortdurend in discussie gaat en daardoor ook telkens in de moeilijkheden komt. Als je zijn brieven leest, kun je snel opmerken dat hij ook daar aan het argumenteren en debatteren is. Het wemelt van de tegenstellingen. Ik noem bijvoorbeeld: vlees – geest, wet – geest, wet – evangelie letter – geest dood – leven oud – nieuw slavernij – kindschap, uiterlijk – innerlijk/verborgen, vergankelijk – onvergankelijk joden – heidenen-vreemdelingen/ontheemden – medebewoners/huisgenoten. Je kunt deze tegenstellingen als debat trucjes zien, zoals ook in reclames verteld wordt dat hetzelfde hoortoestel bij de ene opticien goedkoper is dan bij de andere. Maar dan lees je te oppervlakkig.
Volgens mij gaat het in al die tegenstellingen om één grondtegenstelling: vlees-geest. En díe grondtegenstelling is een reële. Het is een tegenstelling die teruggaat op de Damascus-ervaring, zijn eigen bekering, en een tegenstelling die Paulus opmerkt in alle problemen en kwesties in de soms heel verschillende gemeentes waaraan hij schrijft. Paulus schrijft zijn brieven aan mensen die pas gedoopt zijn en hij moet hen telkens duidelijk maken dat hun doop een breuk inhoudt met het oude leven. Dat oude leven was ook wel religieus, maar anders. Ze kunnen niet de waarden en normen van hun oude religieuze omgeving automatisch en onnadenkend overplaatsen naar hun nieuwe christelijke gemeenschap en omgeving.
Als ik het goed zie, is dat precies wat speelt in die grondtegenstelling vlees-geest. Die tegenstelling kan gemakkelijk verkeerd verstaan worden en is ook vaak verkeerd verstaan, als lichamelijk tegenover geestelijk. Daarom een kleine uitleg.
‘Vlees’ (sarks) is een term die Paulus gebruikt voor het concrete vlees van dieren en mensen (1 Kor 15,39 vgl. 8,1, offervlees), maar ook meer figuurlijk voor mensen en bloedverwantschap (‘vlees en bloed’, Gal 1,16). Hij gebruikt het dikwijls nog breder: voor het menselijk bestaan in alle zijn aspecten, inclusief de brekelijkheid en de vergankelijkheid van ons leven (Gal 2, 20). Op zich heeft ‘vlees’ in deze brede zin geen negatieve klank, maar dat krijgt het door de werkwoorden, dat wil zeggen door de manier waarop mensen omgaan met hun bestaan. Wanneer mensen erop roemen, erop vertrouwen, er naar handelen, krijgt ’vlees’ een negatieve klank. Paulus gebruikt dan de term ‘naar’ ‘kata’. Het ‘vlees’, het menselijk bestaan in al zijn aspecten is dan de norm. Maar dat hoeft niet zo te zijn. Voor alle duidelijkheid: wij kunnen natuurlijk (!) niet anders bestaan dan ‘in het vlees ‘(en sarki), we zijn per slot van rekening mensen, maar we hoeven niet ‘naar het vlees’ (kata sarka) te leven. Sterker nog als christenen hebben we de roeping, de opdracht niet ‘naar het vlees’ te leven, maar ‘naar de Geest’. Ik citeer een paar teksten waarin Paulus dit punt maakt. Ik gebruik hierbij ook de Willibrordvertaling van 1975 (W) die de term vlees gebruikt. DE NBV21 gebruikt die term niet, maar interpreteert.
2 Kor. 10,2-3
… dat wij naar het vlees leven. Want al leven wij in het vlees, wij trekken niet ten strijde naar het vlees. (W)
…dat we uit zwakheid handelen. Maar ik vraag u ervoor te zorgen dat dat niet nodig zal zijn. We zijn weliswaar zwak, zoals alle mensen, maar we vechten niet met aardse middelen.
Rom 8, 4-5.12-15
Wij leven immers niet volgens aardse maatstaven [kata sarka], maar volgens die van de Geest [kata pneuma]. Wie beheerst wordt door het aardse [kata sarka], streeft aardse zaken na, maar wie beheerst wordt door de Geest [kata pneuma], streeft na wat de Geest wil. …
Broeders en zusters, we zijn dus niet langer gebonden aan het aardse, om volgens aardse maatstaven te leven [kata sarka]. Als u wel zo leeft, zult u zeker sterven. Als u echter uw zondige praktijken doodt door de Geest, zult u leven. Allen die door de Geest van God worden geleid, zijn kinderen van God. U hebt de Geest niet ontvangen om opnieuw als slaven in angst te leven, u hebt de Geest ontvangen om Gods kinderen te worden – door Hem roepen wij God aan met ‘Abba, Vader’.
De Willibrord vertaling van 1975 vertaalt deze verzen zo:
…door ons, die niet leven volgens het vlees maar volgens de Geest. Zij die leven volgens het vlees, zinnen op wat het vlees wil. Die geleid worden door de Geest, zinnen op de dingen van de Geest. …
Broeders, wij zijn dus schuldenaars, maar niet van het vlees, om naar het vlees te leven. Als gij volgens het vlees leeft, zult gij zeker sterven. Maar als gij door de Geest de praktijken van de zelfzucht doodt, zult gij leven. Allen die zich laten leiden door de Geest van God, zijn kinderen van God. De geest die gij ontvangen hebt, is er niet een van slaafsheid, die u opnieuw vrees zou aanjagen. Gij hebt een geest van kindschap ontvangen, die ons doet uitroepen: Abba, Vader!
Wanneer we dus ‘vlees’ verstaan aan een verwijzing naar de menselijke conditie in al zijn aspecten, kunnen we de tegenstelling vlees-geest die voor Paulus zo belangrijk is ook begrijpen als een tegenstelling die nog steeds ter zake is. De concrete menselijke conditie in Paulus’ tijd verschilt van die van ons. Je hoeft alleen maar te denken aan zaken als vervoer (auto, vliegtuig), communicatie (internet, sociale media), en energie (elektriciteit, gas, olie) om je te realiseren hun groot en ingrijpend die verschillen zijn. Maar ondanks die verschillen is er ook een fundamentele overeenkomst: de grenzen en beperkingen die voor elke mens gelden en de mogelijkheden en kansen die ook voor elke mens gelden. Paulus leeft in een door en door religieuze samenleving en hij ziet het zijn taak om aan de pas gedoopten duidelijk te maken dat de keuze die zij gemaakt hebben om Christen te worden (soms grote) consequenties inhoudt voor hun leven van alle dag: een heel andere spiritualiteit.
Onze samenleving is niet meer door en door religieus, maar dat betekent niet dat Paulus’ argumenten en inzichten die nauw verbonden zijn met de tegenstelling vlees-geest niet meer geldig zouden zijn, of relevant zouden zijn. Integendeel. Beter dan de generaties voor ons, die in een heel christelijke maatschappij leefden, worden wij in ons leven van alle dag geconfronteerd met waarden en normen die niet (meer) christelijk zijn en worden we gedwongen keer op keer onze positie te bepalen, zodat ook wij, die weliswaar ‘in het vlees’ bestaan, zoals de mensen van toen en van alle tijden, er keer op keer voor kiezen ‘naar de Geest’ te leven.
Programma
Dag 1: Vertrek naar Thessaloniki ( op een vrijdag)
- Vlucht Düsseldorf -Thessaloniki of Amsterdam -Thessaloniki
- Transfer naar Hotel
Dag 2: Thessaloniki
- Eucharistie vieringEucharistieviering in de RK kerk Immaculate Conception in Thessaloniki
- Thessaloniki tour: bezoek Witte toren, Boog van Galerius, de Rontonda, het fort en de oudste kerk op Aristotelous Square
- Bezoek en bezichtiging Byzantijnse kerk St Dimitrios
- Lunch
- Bezoek archeologisch en Byzantijns museum
- Stads wandeling
- Retour naar hotel in Thessaloniki
Extra informatie
Thessaloniki
Thessaloniki is de op één na grootste stad van Griekenland en ligt aan de Thermaïsche golf. Het is een handels- en industriecentrum en heeft een goede universiteit. Van de oude Balkan (Turkse)- atmosfeer is nog maar weinig over. Na een grote brand in 1917 werd de benedenstad geheel gerenoveerd en het kreeg na WO II definitief zijn moderne karakter. Naast een bedrijvige have en een aantrekkelijke boulevard zijn er musea, monumenten en kerken die herinneren aan de Romeinse, de Byzantijnse en de Ottomaanse periode.
In 315 v. Chr. werd de stad door koning Cassander gesticht en genoemd naar zijn vrouw en halfzus van Alexander de Grote. De Romeinen maakten Thessaloniki tot hoofdstad van Macedonië. Paulus bezocht tenminste tweemaal de stad en schreef brieven aan de christelijke gemeente. Keizer Galerius maakte de stad in de 4e eeuw n. Chr. tot zijn vaste residentie. Hij vervolgde de Christenen en Demetrius (later patroonheilige van de stad) stierf er de marteldood.
Keizer Theodosius de Grote bouwde de stadsmuren die nog grotendeels overeind staan. Na een ernstige ziekte bekeerde hij zich hier tot het Christendom en kondigde in 380 een edict af waarbij het Christendom staatsgodsdienst werd. In 390 liet hij een strafexpeditie uitvoeren tegen de stad waarbij zo’n 7000 burgers over de kling werden gejaagd. Echter na grote verontwaardiging van de heilige Ambrosius, bisschop van Milaan, kreeg hij berouw en onderwierp hij zich aan de penitentie die de bisschop hem oplegde.
Sint-Demetriuskerk in Thessaloniki
De Sint-Demetriuskerk in Thessaloniki is een van de meest iconische religieuze en historische bezienswaardigheden van de stad. Gelegen in het hart van het centrum, werd de kerk oorspronkelijk gebouwd in de 4e eeuw na Christus, gewijd aan de heilige Demetrius, de patroonheilige van Thessaloniki. Hij leefde van 284 tot 305 AD in een tijd van heftige christenenvervolgingen.
De kerk is beroemd om haar schitterende mozaïeken en iconen, die de heilige Demetrius en andere Bijbelse scènes afbeelden. De huidige structuur is een indrukwekkende Byzantijnse basiliek, die verschillende keren is herbouwd na beschadigingen door branden en aardbevingen. De sfeer binnen is sereen, met een combinatie van Byzantijnse kunst en architectuur die de rijke geschiedenis van de regio weerspiegelt. De crypte onder de kerk, waar het lichaam van de heilige Demetrius wordt bewaard, is een van de belangrijkste pelgrimsoorden voor gelovigen en bezoekers.
De Sint-Demetriuskerk maakt deel uit van het UNESCO Werelderfgoed van Thessaloniki en trekt jaarlijks duizenden toeristen. Het is niet alleen een belangrijk religieus centrum, maar ook een prachtig voorbeeld van de Byzantijnse architectuur, die de bezoekers een kijkje biedt in de geschiedenis en cultuur van de stad.
Dag 3: Kavala – Philippi – Thessaloniki
- Vanuit Thessaloniki via meer van Koronia en Volvi naar Philippi.
- Bezoek doopplaats eerste Europese christen: Lydia, mooie orthodoxe kerk met mozaiken
- Eucharistieviering in open lucht bij doopplaats Lydia
- Bezoek opgravingen van Philippi; Een van de eerste christelijke steden in Europa. Bezoek aan de vroegere decamanus: de agora (markt), de grote basiliek uit de 5e eeuw, de bisschopskerk met het ernaast gelegen baptisterium (mozaïeken), het theater en de crypte waar Paulus gevangen zou hebben gezeten.
- Late lunch in Kavala
- Kavala: Hier kwam de apostel Paulus voor het eerst aan land in Europa: kerk van St Nicolas
Mooie panorama’s, Byzantijnse vesting, aquaduct - Retour naar hotel in Thessaloniki
Extra informatie
Kavala
Kavala heette vroeger Neapolis en was de havenstad van de Romeinse kolonie Philippi. Het was reeds in de oudheid een belangrijke etappeplaats en oversteek naar Troas in Klein-Azië. Paulus heeft zeker driemaal de haven aangedaan. De stad werd in de middeleeuwen geteisterd door vele invallen, onder andere van de Catalanen en Noormannen. In 1391 werd de stad veroverd door de Ottomanen en heette enige tijd Bucephalus. Kavala kwam in de 16e eeuw tot bloei onder de regering van sultan Süleyman de Grote, mede door de aanwezigheid van een grote Joodse gemeenschap. Süleyman liet de stad versterken, de Byzantijnse citadel herstellen en een aquaduct bouwen.
Philippi
In 360 v. Chr. stichtten de Thraciërs de stad Krinides, welke direct door de Macedoniërs werd veroverd en naar koning Phillippos van Macedonië werd genoemd. In de buurt van de stad werd in 42 v. Chr. een veldslag geleverd die bepalend is geweest voor het lot van de Romeinse republiek. De erfgenamen van Julius Caesar, Antonius en Octavianus (later keizer Augustus), versloegen hier de republikeinen Brutus en Cassius. Als Romeinse kolonie werd de stad belangrijk na de aanleg van de Via Egnatia, een heerweg dwars door het noorden van Griekenland van de Adriatische kust naar Byzantium.
In 49 n. Chr. predikte Paulus in Philippi en doopte Lydia, de purper-verkoopster, zijn eerste dopeling op Europese bodem. Paulus en Silas werden iets later gevangen gezet, maar weer vrij gelaten na een aardbeving. Paulus is zeker nog één keer terug geweest in de stad en schreef een brief aan de christelijke gemeente. Het christendom heeft hier snel wortel geschoten. Het kreeg een bisschopszetel en in de vijfde eeuw werd er een grote basiliek gebouwd. In de tweede helft van de tiende eeuw werd de stad verlaten.
Dag 4: Thessaloniki – Veroia – Vergina – Kalambaka
- Check out na ontbijt
- Eucharistie viering in Thessaloniki
- Bezoek Veroia wordt door de vele kerken ook wel klein Jeruzalem genoemd; bezoek aan oude getto en de plaats waar Paulus gepreekt heeft (49 n. Chr.)
- Lunch
- Vergina of het oude Aegae. De eerste hoofdstad van Macedonia, bezoek Graftombe koning Philip II, de vader van Alexander de Grote
- Bezoek opgravingen van Philippi; Een van de eerste christelijke steden in Europa. Bezoek aan de vroegere decama
- Reis naar Kalambaka (2,5 uur) en check-in hotel Amalia in Kalambaka
Dag 5: Kalambaka – Meteora – Delphi
- Check out na ontbijt
- Bezoek aan de beroemde 14de -eeuwse kloosters van Meteora : 1ste klooster vaak het Santo Stephano
- Eucharistieviering: Bij klein kerkje in de natuur “ St Athanasios “
- 2de Bezoek aan de beroemde 14de -eeuwse kloosters van Meteora : mooie Byzantijnse kunst.
- Lunch
- Vertrek naar Delphi
- Check in hotel Amalia in Delphi
Extra informatie
De Meteorakloosters
Bij Kalambaka rijzen, vanuit de vallei van Peneios in de Thessalische vlakte, grijszwarte zandsteenrotsen met loodrecht omhoog staande toppen tot zo’n 300 meter. Op deze toppen zijn, als een soort adelaarsnesten, de beroemde Meteorakloosters gebouwd. In de woelige veertiende eeuw, tijdens de strijd tussen de Serven en de Byzantijnen, werden er twintig onbereikbare kloosters gebouwd van kluizenaarswoningen. Hier zijn er zes van bewaard. Bezoekers en proviand van de kloosters werden met manden opgetakeld. Nu zijn de kloosters te bereiken via een kronkelende asfaltweg die naar een plateau leidt waarvan via bruggen en trappen de kloosters kunnen worden bezocht. De vijftiende en zestiende eeuw waren de grote bloeitijden van de kloosters. De kerken werden met prachtige fresco’s en mozaïeken versierd. Door onderlinge rivaliteit en vermindering van het aantal roepingen raakten de kloosters in de negentiende eeuw in groot verval. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden enkele kloosters geplunderd. De zes overgebleven kloosters zijn opgeknapt en enkele ervan worden nog steeds bewoond door monniken en nonnen. De Meteorakloosters behoren tot het Unesco werelderfgoed.
Dag 6: Delphi – Osios Loukas – Athene
- Check out na ontbijt
- Bezoek aan de archeologische site en museum van Delphi
- Lunch
- Bezoek 11de -eeuws Byzantijnse klooster Osios Loukas
- Eucharistie viering nabij klooster Osios Loukas
- Check-in hotel in Athene
Extra informatie
Hosios Loukas-klooster
Het Hosios Loukas-klooster is een van de mooiste en best bewaarde Byzantijnse kloosters van Griekenland, gelegen op de westelijke hellingen van de berg Helikon, nabij het dorp Distomo in Centraal-Griekenland. Dit klooster, dat op de werelderfgoedlijst van UNESCO staat, werd gesticht in de 10e eeuw ter ere van de heilige Lukas de Stille, een kluizenaar en wonderdoener die op deze plek leefde.
Het complex bestaat uit twee indrukwekkende kerken: de oudere Theotokoskerk en de grotere Katholikon, beide rijkelijk versierd met prachtige mozaïeken, marmer en fresco’s uit de Byzantijnse periode. De mozaïeken met vergulde achtergronden behoren tot de mooiste voorbeelden van middeleeuwse christelijke kunst in Griekenland.
U kunt hier genieten van een serene sfeer, indrukwekkende architectuur en een adembenemend uitzicht op het omliggende landschap. Het klooster is een belangrijke religieuze en historische bezienswaardigheid en trekt jaarlijks vele pelgrims en toeristen. Hosios Loukas biedt niet alleen een spirituele ervaring, maar ook een fascinerende blik op de Byzantijnse kunst en geschiedenis.
Dag 7: Athene
- Bezoek Acropolis en Areophaag (de plek waar Paulus sprak)
- Bustour; Parlement, Graf van onbekende soldaat, presidentieel paleis, tempel van Zeus, Hadrian’s boog
- Stadswandeling door Athene met een bezoek aan de Agora, de markt van het klassieke Athene
- Lunch
- Bezoek Acropolis museum
- Eucharistieviering in St Denis kerk in Athene
Extra informatie
Athene
Athene is al 7000 jaar bewoond en wordt gezien als een bakermat van de Europese beschaving. Haar hoogtepunt viel in de oudheid, in de vijfde eeuw v. Chr.. De nodige gebouwen en museale voorwerpen herinneren nog aan deze periode, maar ook aan de Romeinse, Byzantijnse en Neoklassieke periode. Volgens de legende is de stad gesticht door Cecrops. Hij zou ook de cultus van de godin Athena, met de attributen van een uil en olijfboom hebben ingevoerd. Theseus, de zoon van Aegeus, maakte Athene tot hoofdstad van de stadstaat Attica en stelde de Panatheense processies in.
De zesde en vijfde eeuw v. Chr. vormen de gouden eeuw. De bloei werd in de zesde eeuw bevorderd door de stedenbouwkundige plannen van Solon (tevens belangrijke wetgever) en het naar buiten gerichte beleid (stichting van kolonies) van Pisistratus en zijn zonen. In 506 kwam Clisthenes aan de macht die de grondslagen voor de Atheense democratie heeft gelegd.
In 53 n. Chr. bezocht Paulus de stad en na ontmoetingen met enige Epicuristische en Stoïcijnse filosofen werd hij uitgenodigd op de Areopaag, waar de rechtbank voor religieuze zaken was gevestigd, om zijn leer toe te lichten. Men nam er de tijd voor, maar toen hij begon te spreken over de opstanding haakten zij af. Een lid van de rechtbank, Dionysius de Areapagiet, liet zich echter bekeren. Hij werd later de eerste bisschop en martelaar van Athene. Tussen de vijfde en de zevende eeuw werd de stad onder Byzantijns bestuur een Christelijke stad. De filosofenscholen verdwenen en bekende gebouwen (Parthenon, Theseion en bibliotheek van Hadrianus) kregen een christelijke bestemming. Ook werden er nieuwe kerken gebouwd.
Eind twaalfde eeuw veroverden de Saracenen de stad, gevolgd door Frankische baronnen en in de vijftiende eeuw door Nerio Acciaiuoli uit een Florentijns bankiers-geslacht. Zijn familie bleef aan de macht tot de verovering van de stad door de Turken in 1456. De Turken bewoonden vooral de Acropolis (het Parthenon werd een kruitmagazijn) en lieten de oorspronkelijke bevolking in relatieve vrijheid.
Dag 8: Athene- Korinthe-Athene
- Vertrek naar Kanaal van Korinthe met koffiepauze
- Bezoek antieke Korinthe (bezoek archeologische site met tempel van Apollo, de Agora, Heilige bron) met aldaar Eucharistieviering in de open lucht op de plaats waar de apostel Paulus gepreekt heeft
- Lunch in Korinthe
- Retour naar Athene; vrije tijd (bezoek aan Plaka of Monastiraki in Athene centrum)
- Afsluitend Diner
Extra informatie
Korinthe
Het oude Korinthe, gelegen aan de voet van de rots Akrokorinthos, was in de oudheid een van de machtigste steden van Griekenland. Als knooppunt van land- (tussen Attika en de Peloponnesos) en zeewegen (tussen de Ionisch en de Egeïsche zee) had de stad een bevoorrechte strategische positie en twee belangrijke havens aan beide kanten van de Istmische landengte (zes kilometer): In het westen Lechaio en in het oosten Kenchreai.
In 146 v. Chr. werd Korinthe door de Romeinen geplunderd en platgebrand. In 44 v. Chr. werd echter door Julius Caesar op de ruïnes een nieuwe stad gebouwd en tot hoofdstad gemaakt van Achaia (het Romeinse Griekenland): een stad van vrije burgers met ook een grote Joodse gemeenschap.
Paulus verbleef gedurende anderhalf jaar in de stad en had zijn intrek genomen bij Aquila en zijn vrouw Priscilla, eveneens tentenmakers. Na de komst van Silas en Timoteüs maakte hij zich geheel vrij voor de verkondiging en maakte veel bekeerlingen onder de Joden en ‘heidenen’. Veel Joden keerden zich echter tegen hem en sleepte hem voor het gerecht. De landvoogd Gallio verklaarde de aanklacht, welke volgens hem een intern joods geschil betrof, niet ontvankelijk. Enkele dagen later vertrok Paulus, nadat hij in de havenplaats Kenchreai ten uitvoering van een gelofte zijn hoofdhaar had laten afknippen, via Efeze naar Syrië. Van Paulus zijn twee brieven aan de gemeente van Korinthe bewaard.
Gedurende twee eeuwen genoot Korinthe een grote welvaart en was er ook veel vermaak, maar het noodlot sloeg weer toe: invallen van Barbaren en aardbevingen maakten de stad tot een gehucht. Gedurende de Ottomaanse bezetting verdwenen de ruïnes onder nieuwbouw tot in 1858 een groot deel van de stad vernield werd door een aardbeving en de overlevenden een nieuwe stad stichtte dichter bij zee. De ontruiming van de oude stad maakte de weg vrij voor archeologische opgravingen. De bekendste restanten zijn de tempel van Apollo (met een prachtig uitzicht over de Golf van Korinthe) en de fontein van Pirene. In de zuidelijke Stoa, aan de rand van de Romeinse agora, is nog de Bema (een soort tribune) te vinden waarop de landvoogd Galion gezeten zou hebben toen hij Paulus vrij sprak. Boven de oude stad troont de rots met de resten van de vesting, de Akrokorinthos.
Dag 9: Vertrek
- Check-out na ontbijt
- Afhankelijk tijdstip retourvlucht Eucharistieviering in kerk in Athene
- Transfer naar vluchthaven
- Vlucht Athene- Düsseldorf of Athene- Amsterdam
Meer informatie of boeken?
Wilt u meer informatie, direct boeken of de mogelijkheden verkennen voor een groepsreis? Neem dan contact op via het contactformulier